Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. gemalen:
  2. malen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gemalen in het Nederlands

gemalen:

gemalen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de gemalen
    de gemalen; vermalen
    • gemalen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • vermalen [znw.] zelfstandig naamwoord

malen:

malen werkwoord (maal, maalt, maalde, maalden, gemalen)

  1. malen
    malen; vermalen; fijnmalen
    • malen werkwoord (maal, maalt, maalde, maalden, gemalen)
    • vermalen werkwoord (vermaal, vermaalt, vermaalde, vermaalden, vermalen)
    • fijnmalen werkwoord

Conjugations for malen:

o.t.t.
  1. maal
  2. maalt
  3. maalt
  4. malen
  5. malen
  6. malen
o.v.t.
  1. maalde
  2. maalde
  3. maalde
  4. maalden
  5. maalden
  6. maalden
v.t.t.
  1. heb gemalen
  2. hebt gemalen
  3. heeft gemalen
  4. hebben gemalen
  5. hebben gemalen
  6. hebben gemalen
v.v.t.
  1. had gemalen
  2. had gemalen
  3. had gemalen
  4. hadden gemalen
  5. hadden gemalen
  6. hadden gemalen
o.t.t.t.
  1. zal malen
  2. zult malen
  3. zal malen
  4. zullen malen
  5. zullen malen
  6. zullen malen
o.v.t.t.
  1. zou malen
  2. zou malen
  3. zou malen
  4. zouden malen
  5. zouden malen
  6. zouden malen
diversen
  1. maal!
  2. maalt!
  3. gemalen
  4. malend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "malen":


Verwante synoniemen voor gemalen