Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor genoegen in het Nederlands

genoegen:

genoegen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het genoegen
    het genoegen; het plezier; de aardigheid
  2. het genoegen
    het plezier; het genoegen; de pret; het genot; de lust; de leut; de jool
    • plezier [het ~] zelfstandig naamwoord
    • genoegen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pret [de ~] zelfstandig naamwoord
    • genot [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leut [de ~] zelfstandig naamwoord
    • jool [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. het genoegen
    het genoegen; de tevredenheid; content
  4. het genoegen
    de lust; het genot; de drift; het genoegen; de wellust
    • lust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • genot [het ~] zelfstandig naamwoord
    • drift [de ~] zelfstandig naamwoord
    • genoegen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • wellust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. het genoegen
    – wat leuk en plezierig is 1
    het genoegen
    – wat leuk en plezierig is 1
    • genoegen [het ~] zelfstandig naamwoord
      • dat zijn de genoegens van het buitenleven1

genoegen werkwoord

  1. genoegen
    – tevreden en met plezier 1
    genoegen
    – tevreden en met plezier 1
    • genoegen werkwoord
      • ik heb met veel genoegen naar hem geluisterd1

Verwante woorden van "genoegen":

  • genoegens

Antoniemen van "genoegen":


Verwante definities voor "genoegen":

  1. tevreden en met plezier1
    • ik heb met veel genoegen naar hem geluisterd1
  2. wat leuk en plezierig is1
    • dat zijn de genoegens van het buitenleven1

Verwante synoniemen voor genoegen