Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gewettigd in het Nederlands

gewettigd:

gewettigd bijvoeglijk naamwoord

  1. gewettigd
    gerechtigd; gewettigd
  2. gewettigd
    wettelijk; legitiem; legaal; wettig; rechtsgeldig; gewettigd
  3. gewettigd
    rechtvaardig; billijk; rechtmatig; wettig; gewettigd; wetmatig
  4. gewettigd
    gerechtvaardigd; gewettigd; op deugdelijke gronden steunend

wettigen:

wettigen werkwoord (wettig, wettigt, wettigde, wettigden, gewettigd)

  1. wettigen
    rechtvaardigen; wettigen
  2. wettigen
    – laten zien dat het juist is 1
    wettigen
    – laten zien dat het juist is 1
    • wettigen werkwoord (wettig, wettigt, wettigde, wettigden, gewettigd)
      • dat wettigt zijn woede1

Conjugations for wettigen:

o.t.t.
  1. wettig
  2. wettigt
  3. wettigt
  4. wettigen
  5. wettigen
  6. wettigen
o.v.t.
  1. wettigde
  2. wettigde
  3. wettigde
  4. wettigden
  5. wettigden
  6. wettigden
v.t.t.
  1. heb gewettigd
  2. hebt gewettigd
  3. heeft gewettigd
  4. hebben gewettigd
  5. hebben gewettigd
  6. hebben gewettigd
v.v.t.
  1. had gewettigd
  2. had gewettigd
  3. had gewettigd
  4. hadden gewettigd
  5. hadden gewettigd
  6. hadden gewettigd
o.t.t.t.
  1. zal wettigen
  2. zult wettigen
  3. zal wettigen
  4. zullen wettigen
  5. zullen wettigen
  6. zullen wettigen
o.v.t.t.
  1. zou wettigen
  2. zou wettigen
  3. zou wettigen
  4. zouden wettigen
  5. zouden wettigen
  6. zouden wettigen
diversen
  1. wettig!
  2. wettigt!
  3. gewettigd
  4. wettigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternatieve synoniemen voor "wettigen":


Verwante definities voor "wettigen":

  1. laten zien dat het juist is1
    • dat wettigt zijn woede1