Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gewoon in het Nederlands

gewoon:

gewoon bijvoeglijk naamwoord

  1. gewoon
    gebruikelijk; gangbaar; gewoon; gemeen; normaal
  2. gewoon
    gebruikelijk; courant; gangbaar; gewoon
  3. gewoon
    gewend; gewoon
  4. gewoon
    normaal; gewoon
  5. gewoon
    ordinair; alledaags; gewoon; niets bijzonders; eenvoudig
  6. gewoon
    – wat veel voorkomt of gebruikt wordt 1
    gewoon; normaal; gangbaar
    – wat veel voorkomt of gebruikt wordt 1
    • gewoon bijvoeglijk naamwoord
      • hij heeft gewoon griep, niets bijzonders!1
    • normaal bijvoeglijk naamwoord
      • 35 graden is geen normale temperatuur1
    • gangbaar bijvoeglijk naamwoord
      • dit is een gangbare uitdrukking1
  7. gewoon
    – nou eenmaal 1
    gewoon
    – nou eenmaal 1
    • gewoon bijvoeglijk naamwoord
      • dat vind ik gewoon lekker1

Verwante woorden van "gewoon":


Alternatieve synoniemen voor "gewoon":


Antoniemen van "gewoon":


Verwante definities voor "gewoon":

  1. wat veel voorkomt of gebruikt wordt1
    • hij heeft gewoon griep, niets bijzonders!1
  2. nou eenmaal1
    • dat vind ik gewoon lekker1