Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gezwollenheid in het Nederlands

gezwollenheid:

gezwollenheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. gezwollenheid
    de hoogdravendheid; gezwollenheid; pompeusheid; de gewichtigheid; de bombast; de gewichtigdoenerij
  2. gezwollenheid
    de opgeblazenheid; opgezetheid; gezwollenheid

Verwante woorden van "gezwollenheid":


gezwollenheid vorm van gezwollen:

gezwollen bijvoeglijk naamwoord

  1. gezwollen
    opgezet; opgezwollen; opgeblazen; gezwollen
  2. gezwollen
    bombastisch; hoogdravend; pompeus; opgeblazen; gezwollen

Verwante woorden van "gezwollen":