Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gids in het Nederlands

gids:

gids [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de gids
    de gids; de begeleider; de loods; de leidsman
    • gids [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • begeleider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • loods [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leidsman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de gids
    de gids; reisbegeleider
  3. de gids
    de gids; de reisgids; de reisleider; de reisleidster
    • gids [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • reisgids [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • reisleider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • reisleidster [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. de gids
    de leidraad; de gids; beknopte handleiding
  5. de gids
    de gids; informatieboek

Verwante woorden van "gids":

  • gidsen