Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. hanteren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor hanteren in het Nederlands

hanteren:

hanteren werkwoord (hanteer, hanteert, hanteerde, hanteerden, gehanteerd)

  1. hanteren
    gebruiken; hanteren; gebruik maken van; bezigen
    • gebruiken werkwoord (gebruik, gebruikt, gebruikte, gebruikten, gebruikt)
    • hanteren werkwoord (hanteer, hanteert, hanteerde, hanteerden, gehanteerd)
    • gebruik maken van werkwoord (maak gebruik van, maakt gebruik van, maakte gebruik van, maakten gebruik van, gebruik gemaakt van)
    • bezigen werkwoord (bezig, bezigt, bezigde, bezigden, gebezigd)

Conjugations for hanteren:

o.t.t.
  1. hanteer
  2. hanteert
  3. hanteert
  4. hanteren
  5. hanteren
  6. hanteren
o.v.t.
  1. hanteerde
  2. hanteerde
  3. hanteerde
  4. hanteerden
  5. hanteerden
  6. hanteerden
v.t.t.
  1. heb gehanteerd
  2. hebt gehanteerd
  3. heeft gehanteerd
  4. hebben gehanteerd
  5. hebben gehanteerd
  6. hebben gehanteerd
v.v.t.
  1. had gehanteerd
  2. had gehanteerd
  3. had gehanteerd
  4. hadden gehanteerd
  5. hadden gehanteerd
  6. hadden gehanteerd
o.t.t.t.
  1. zal hanteren
  2. zult hanteren
  3. zal hanteren
  4. zullen hanteren
  5. zullen hanteren
  6. zullen hanteren
o.v.t.t.
  1. zou hanteren
  2. zou hanteren
  3. zou hanteren
  4. zouden hanteren
  5. zouden hanteren
  6. zouden hanteren
en verder
  1. is gehanteerd
  2. zijn gehanteerd
diversen
  1. hanteer!
  2. hanteert!
  3. gehanteerd
  4. hanterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor hanteren