Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor helderheid in het Nederlands

helderheid:

helderheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de helderheid
    de helderheid; de lichtsterkte; de klaarheid
  2. de helderheid
    de helderheid; de duidelijkheid; de begrijpelijkheid; de klaarheid
  3. de helderheid
    de helderheid

Verwante woorden van "helderheid":


helderheid vorm van helder:

helder bijvoeglijk naamwoord

  1. helder
    duidelijk; helder; klaar als een klontje; overduidelijk
  2. helder
    helder; begrijpelijk; duidelijk
  3. helder
    inzichtelijk; begrijpelijk; duidelijk; helder; bevattelijk
  4. helder
    onbewolkt; klaar; helder
  5. helder
    – goed doorzichtig 1
    helder
    – goed doorzichtig 1
    • helder bijvoeglijk naamwoord
      • als het helder weer is, kun je ver kijken1
  6. helder
    – schoon en netjes 1
    helder
    – schoon en netjes 1
    • helder bijvoeglijk naamwoord
      • Wijna heeft altijd een heldere keuken1
  7. helder
    – waar inzicht en verstand uit blijkt 1
    helder
    – waar inzicht en verstand uit blijkt 1
    • helder bijvoeglijk naamwoord
      • hij hield een helder betoog voor winkelsluiting op zondag1
  8. helder
    – zuiver en hoog van klank 1
    helder
    – zuiver en hoog van klank 1
    • helder bijvoeglijk naamwoord
      • ze heeft een heldere stem1

Verwante woorden van "helder":


Antoniemen van "helder":


Verwante definities voor "helder":

  1. goed doorzichtig1
    • als het helder weer is, kun je ver kijken1
  2. schoon en netjes1
    • Wijna heeft altijd een heldere keuken1
  3. waar inzicht en verstand uit blijkt1
    • hij hield een helder betoog voor winkelsluiting op zondag1
  4. zuiver en hoog van klank1
    • ze heeft een heldere stem1