Nederlandse synoniemen van hemels, ander woord voor hemels

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

hemels:
- heerlijk; paradijselijk; goddelijk; verrukkelijk; hemels; zalig; tot de hemel behorend; smakelijk; lekker; reuzelekker; kostelijk; overheerlijk
hemel:
- hemel; firmament; zwerk; hemelgewelf; hemelkoepel; uitspansel; paradijs; hiernamaals; lucht

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor hemels in het Nederlands

hemels
heerlijk; paradijselijk; goddelijk; verrukkelijk; hemels; zalig
- heerlijk bijvoeglijk naamwoord
- paradijselijk bijvoeglijk naamwoord
- goddelijk bijvoeglijk naamwoord
- verrukkelijk bijvoeglijk naamwoord
- hemels bijvoeglijk naamwoord
- zalig bijvoeglijk naamwoord
hemels
hemels; tot de hemel behorend
- hemels bijvoeglijk naamwoord
- tot de hemel behorend bijvoeglijk naamwoord
hemels
smakelijk; heerlijk; lekker; reuzelekker; kostelijk; verrukkelijk; zalig; hemels; overheerlijk
- smakelijk bijvoeglijk naamwoord
- heerlijk bijvoeglijk naamwoord
- lekker bijvoeglijk naamwoord
- reuzelekker bijvoeglijk naamwoord
- kostelijk bijvoeglijk naamwoord
- verrukkelijk bijvoeglijk naamwoord
- zalig bijvoeglijk naamwoord
- hemels bijvoeglijk naamwoord
- overheerlijk bijvoeglijk naamwoord

de hemel
de hemel; het firmament; het zwerk; het hemelgewelf; de hemelkoepel; de uitspansel
- hemel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- firmament [het ~] zelfstandig naamwoord
- zwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
- hemelgewelf [het ~] zelfstandig naamwoord
- hemelkoepel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- uitspansel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de hemel
het paradijs; het hiernamaals; de hemel
- paradijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- hiernamaals [het ~] zelfstandig naamwoord
- hemel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de hemel

– plaats waar volgens sommigen god woont ¹
de hemel
– plaats waar volgens sommigen god woont ¹
- hemel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - als je dood bent, ga je naar de hemel¹
de hemel

– ruimte boven de aarde ¹
de lucht; de hemel
– ruimte boven de aarde ¹
- lucht [de ~] zelfstandig naamwoord
  - ik zie grote wolken in de lucht voorbijgaan¹
- hemel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - de zon staat hoog aan de hemel¹

plaats waar volgens sommigen god woont¹
- als je dood bent, ga je naar de hemel¹
ruimte boven de aarde¹
- de zon staat hoog aan de hemel¹