Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. hen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor hen in het Nederlands

hen:

hen bijvoeglijk naamwoord

  1. hen
    hun; hen
    • hun bijvoeglijk naamwoord
    • hen bijvoeglijk naamwoord

hen [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de hen
    de kip; de hen; het hoen
    • kip [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • hen [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • hoen [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de hen
    – vrouwelijk hoen dat eieren legt 1
    de kip; de hen
    – vrouwelijk hoen dat eieren legt 1
    • kip [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • heb je de kippen al gevoerd?1
    • hen [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • de hen broedde alle eieren uit1

hen

  1. hen
    – derde persoon meervoud, object 1
    hen
    – derde persoon meervoud, object 1
    • hen
      • waar zijn de kinderen? ik heb hen niet gezien1

Verwante woorden van "hen":

  • hennen, henen, hens

Alternatieve synoniemen voor "hen":


Verwante definities voor "hen":

  1. derde persoon meervoud, object1
    • waar zijn de kinderen? ik heb hen niet gezien1
  2. vrouwelijk hoen dat eieren legt1
    • de hen broedde alle eieren uit1

Verwante synoniemen voor hen