Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. hij:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor hij in het Nederlands

hij:

hij

  1. hij
    – derde persoon enkelvoud, mannelijk onderwerp 1
    hij
    – derde persoon enkelvoud, mannelijk onderwerp 1
    • hij
      • dat is mijn vader, hij heet Jan1

Verwante definities voor "hij":

  1. derde persoon enkelvoud, mannelijk onderwerp1
    • dat is mijn vader, hij heet Jan1

Verwante synoniemen voor hij