Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor holheid in het Nederlands

holheid:

holheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de holheid
    de leegheid; de voosheid; de holheid
    • leegheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • holheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "holheid":


holheid vorm van hol:

hol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hol
    hol van een dier; de hol; het leger; de schuilplaats
  2. de hol
    holle ruimte; de hol
    • holle ruimte [znw.] zelfstandig naamwoord
    • hol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de hol
    de grot; de spelonk; de hol
    • grot [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spelonk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • hol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

hol bijvoeglijk naamwoord

  1. hol
    nietszeggend; hol; inhoudsloos; leeg
  2. hol
    – wat een lege ruimte in zich heeft 1
    hol
    – wat een lege ruimte in zich heeft 1
    • hol bijvoeglijk naamwoord
      • de oude boom was hol1

hol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hol
    – ruimte van dier onder de grond 1
    de hol
    – ruimte van dier onder de grond 1
    • hol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • konijnen leven in een hol1

Verwante woorden van "hol":


Antoniemen van "hol":


Verwante definities voor "hol":

  1. ruimte van dier onder de grond1
    • konijnen leven in een hol1
  2. wat een lege ruimte in zich heeft1
    • de oude boom was hol1