Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. hond:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor hond in het Nederlands

hond:

hond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hond
    de hond; het hondje
    • hond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hondje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de hond
    de klootzak; de schobbejak; de hond; de schoelje; de lul; de eikel; de smeerlap; de schoft
    • klootzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord !
    • schobbejak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schoelje [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • eikel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord !
    • smeerlap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schoft [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de hond
    – huisdier dat kan blaffen 1
    de hond
    – huisdier dat kan blaffen 1
    • hond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • veel mensen in Nederland hebben een hond1

Verwante woorden van "hond":


Verwante definities voor "hond":

  1. huisdier dat kan blaffen1
    • veel mensen in Nederland hebben een hond1

Verwante synoniemen voor hond