Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. huiswerk:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor huiswerk in het Nederlands

huiswerk:

huiswerk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het huiswerk
    schoolwerk; het huiswerk
  2. het huiswerk
    huishoudelijk werk; het huiswerk
  3. het huiswerk
    – opdrachten van school die je thuis moet maken 1
    het huiswerk
    – opdrachten van school die je thuis moet maken 1
    • huiswerk [het ~] zelfstandig naamwoord
      • hebben we nog huiswerk voor Engels?1

Verwante woorden van "huiswerk":

  • huiswerken

Verwante definities voor "huiswerk":

  1. opdrachten van school die je thuis moet maken1
    • hebben we nog huiswerk voor Engels?1