Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor in leven blijven in het Nederlands
in leven blijven:
in leven blijven werkwoord (blijf in leven, blijft in leven, bleef in leven, bleven in leven, in leven gebleven)
-
in leven blijven
overleven; in leven blijven-
in leven blijven werkwoord (blijf in leven, blijft in leven, bleef in leven, bleven in leven, in leven gebleven)
Conjugations for in leven blijven:
o.t.t.
- blijf in leven
- blijft in leven
- blijft in leven
- blijven in leven
- blijven in leven
- blijven in leven
o.v.t.
- bleef in leven
- bleef in leven
- bleef in leven
- bleven in leven
- bleven in leven
- bleven in leven
v.t.t.
- ben in leven gebleven
- bent in leven gebleven
- is in leven gebleven
- zijn in leven gebleven
- zijn in leven gebleven
- zijn in leven gebleven
v.v.t.
- was in leven gebleven
- was in leven gebleven
- was in leven gebleven
- waren in leven gebleven
- waren in leven gebleven
- waren in leven gebleven
o.t.t.t.
- zal in leven blijven
- zult in leven blijven
- zal in leven blijven
- zullen in leven blijven
- zullen in leven blijven
- zullen in leven blijven
o.v.t.t.
- zou in leven blijven
- zou in leven blijven
- zou in leven blijven
- zouden in leven blijven
- zouden in leven blijven
- zouden in leven blijven
diversen
- blijf in leven!
- blijft in leven!
- in leven gebleven
- in leven blijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze