Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor inrichting in het Nederlands

inrichting:

inrichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de inrichting
    de inrichting; de aankleding; de versiering; de decoratie
  2. de inrichting
    de inrichting; inrichten; de woninginrichting; woningdecoratie
  3. de inrichting
    psychiatrische inrichting; het gekkenhuis; het krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; dolhuis; de inrichting; het gesticht

Verwante synoniemen voor inrichting