Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. inwoner:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor inwoner in het Nederlands

inwoner:

inwoner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de inwoner
    de inwoner; de huisbewoner
    de bewoner
    – wie in een gebied of een huis woont 1
    • bewoner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de bewoners van deze flat voeren actie1
  2. de inwoner
    de inwoner
    • inwoner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    de bewoner
    – wie in een gebied of een huis woont 1
    • bewoner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de bewoners van deze flat voeren actie1

Verwante woorden van "inwoner":

  • inwoners, inwonertje