Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor inzet in het Nederlands

inzet:

inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de inzet
    het doel; de inzet; het streven; het doeleinde
    • doel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • streven [het ~] zelfstandig naamwoord
    • doeleinde [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de inzet
    de toepassing; het gebruik; de aanwending; de inzet
    • toepassing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gebruik [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aanwending [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de inzet
    de poule; de inzet; de pot; het speelgeld
    • poule [de ~] zelfstandig naamwoord
    • inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • speelgeld [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. de inzet
    de toewijding; de devotie; de overgave; de inzet; toegewijdheid; de trouw; de zorgzaamheid; de genegenheid; de ijver
  5. de inzet
    het begin; de opening; de aanvang; de start; de inzet
    • begin [het ~] zelfstandig naamwoord
    • opening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aanvang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • start [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. de inzet
    – de mate waarin hij zich inspant 1
    de inzet
    – de mate waarin hij zich inspant 1
    • inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • deze leerlingen tonen veel inzet1
  7. de inzet
    – geld dat je geeft voor een gokwedstrijd 1
    de inzet
    – geld dat je geeft voor een gokwedstrijd 1
    • inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de inzet is 100 gulden1
  8. de inzet
    – waar het om gaat 1
    de inzet
    – waar het om gaat 1
    • inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de inzet van die ruzie was de keuze voor een televisieprogramma1

Verwante woorden van "inzet":


Verwante definities voor "inzet":

  1. de mate waarin hij zich inspant1
    • deze leerlingen tonen veel inzet1
  2. geld dat je geeft voor een gokwedstrijd1
    • de inzet is 100 gulden1
  3. waar het om gaat1
    • de inzet van die ruzie was de keuze voor een televisieprogramma1

inzet vorm van inzetten:

inzetten werkwoord (zet in, zette in, zetten in, ingezet)

  1. inzetten
    inzetten; speelgeld inzetten
  2. inzetten
    inzetten; wedden; verwedden
    • inzetten werkwoord (zet in, zette in, zetten in, ingezet)
    • wedden werkwoord (wed, wedt, wedde, wedden, gewed)
    • verwedden werkwoord (verwed, verwedt, verwedde, verwedden, verwed)
  3. inzetten
    inzetten; inzet tonen
  4. inzetten
    beginnen; op gang komen; inzetten; intreden
    • beginnen werkwoord (begin, begint, begon, begonnen, begonnen)
    • op gang komen werkwoord
    • inzetten werkwoord (zet in, zette in, zetten in, ingezet)
    • intreden werkwoord (treed in, treedt in, trad in, traden in, ingetreden)

Conjugations for inzetten:

o.t.t.
  1. zet in
  2. zet in
  3. zet in
  4. zetten in
  5. zetten in
  6. zetten in
o.v.t.
  1. zette in
  2. zette in
  3. zette in
  4. zetten in
  5. zetten in
  6. zetten in
v.t.t.
  1. heb ingezet
  2. hebt ingezet
  3. heeft ingezet
  4. hebben ingezet
  5. hebben ingezet
  6. hebben ingezet
v.v.t.
  1. had ingezet
  2. had ingezet
  3. had ingezet
  4. hadden ingezet
  5. hadden ingezet
  6. hadden ingezet
o.t.t.t.
  1. zal inzetten
  2. zult inzetten
  3. zal inzetten
  4. zullen inzetten
  5. zullen inzetten
  6. zullen inzetten
o.v.t.t.
  1. zou inzetten
  2. zou inzetten
  3. zou inzetten
  4. zouden inzetten
  5. zouden inzetten
  6. zouden inzetten
en verder
  1. ben ingezet
  2. bent ingezet
  3. is ingezet
  4. zijn ingezet
  5. zijn ingezet
  6. zijn ingezet
diversen
  1. zet in!
  2. zet in!
  3. ingezet
  4. inzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

inzetten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de inzetten
    de inzetten; geld inzetten
  2. de inzetten
    de inzetten

inzetten [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het inzetten
    het inzetten; aanheffen

Verwante woorden van "inzetten":


Verwante synoniemen voor inzet