Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kasteel in het Nederlands

kasteel:

kasteel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kasteel
    het kasteel; de burcht; het slot
    • kasteel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • burcht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • slot [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het kasteel
    de citadel; het kasteel; ridderslot; ridderkasteel
  3. het kasteel
    de citadel; de sterkte; het kasteel; de fort; versterkte legerplaats

Verwante woorden van "kasteel":