Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor keurig in het Nederlands

keurig:

keurig bijvoeglijk naamwoord

  1. keurig
    netjes; gepast; keurig
  2. keurig
    onberispelijk; keurig; correct; onbesproken
  3. keurig
    netjes; zorgvuldig; keurig; proper
  4. keurig
    respectabel; eerzaam; keurig; eerbaar; kies
  5. keurig
    – met goede manieren, zoals het hoort 1
    netjes; behoorlijk; beleefd; fatsoenlijk; keurig
    – met goede manieren, zoals het hoort 1
    • netjes bijwoord
      • hij heeft me netjes behandeld1
    • behoorlijk bijvoeglijk naamwoord
      • je moet je wel behoorlijk gedragen1
    • beleefd bijvoeglijk naamwoord
      • de kinderen zijn altijd heel beleefd tegen hun ouders1
    • fatsoenlijk bijvoeglijk naamwoord
      • hij gedraagt zich altijd fatsoenlijk1
    • keurig bijvoeglijk naamwoord
      • de kinderen hebben zich keurig gedragen1

Verwante woorden van "keurig":

  • keurigheid, keuriger, keurigere, keurigst, keurigste, keurige

Alternatieve synoniemen voor "keurig":


Verwante definities voor "keurig":

  1. met goede manieren, zoals het hoort1
    • de kinderen hebben zich keurig gedragen1