Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Nederlands ->Vertaal klant

Synoniemen voor "klant" in het Nederlands

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

klant:
- klant; cliënt; afnemer; koper

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor klant in het Nederlands

klant:

klant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de klant
de klant; de cliënt; de afnemer; de koper
- klant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- cliënt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- afnemer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- koper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de klant
de klant
- klant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de klant

– wie iets koopt ¹
de klant
– wie iets koopt ¹
- klant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - er stond een rij klanten voor de kassa¹

Verwante woorden van "klant":

klanten

Verwante definities voor "klant":

wie iets koopt¹
- er stond een rij klanten voor de kassa¹

Verwante synoniemen voor klant

vaste klant

¹Muiswerk Woordenboek