Nederlandse synoniemen van klapje, ander woord voor klapje

Remove Ads

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

klapje:
- klapje
klap:
- klap; harde slag; peut; stoot; opstopper; roddels; roddelpraat; roddel; praatjes; achterklap; geroddel; geklets; geklep; klets; geklap; toegebrachte klap; tik; lel; klop; mep; jens; knal; dreun; smak; kwak; opdonder; muilpeer; hengst; oplawaai; opduvel; praatje; stof tot gepraat; gepraat; slag

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor klapje in het Nederlands

klapje:

klapje [het ~] zelfstandig naamwoord

het klapje
het klapje
- klapje [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "klapje":

klap

klap:

klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de klap
de klap; harde slag
- klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- harde slag [znw.] zelfstandig naamwoord
de klap
de peut; de klap; de stoot; de opstopper
- peut [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- stoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- opstopper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de klap
de klap; de roddels; de roddelpraat; de roddel; de praatjes; de achterklap; het geroddel; het geklets; geklep; de klets; het geklap
- klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- roddels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- roddelpraat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- roddel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- praatjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- achterklap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- geroddel [het ~] zelfstandig naamwoord
- geklets [het ~] zelfstandig naamwoord
- geklep [znw.] zelfstandig naamwoord
- klets [de ~] zelfstandig naamwoord
- geklap [het ~] zelfstandig naamwoord
de klap
de klap; toegebrachte klap; de tik; de lel; de klop; de mep
- klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- toegebrachte klap [znw.] zelfstandig naamwoord
- tik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lel [de ~] zelfstandig naamwoord
- klop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- mep [de ~] zelfstandig naamwoord
de klap
jens; de klap; de tik; toegebrachte klap; de knal; de lel; de dreun; de mep
- jens [znw.] zelfstandig naamwoord
- klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- toegebrachte klap [znw.] zelfstandig naamwoord
- knal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lel [de ~] zelfstandig naamwoord
- dreun [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- mep [de ~] zelfstandig naamwoord
de klap
de dreun; de klap; de knal; de smak; de kwak
- dreun [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- knal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- smak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kwak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de klap
de opdonder; de muilpeer; de mep; de stoot; de klap; de hengst; de peut; de oplawaai; de opduvel; de lel
- opdonder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- muilpeer [de ~] zelfstandig naamwoord
- mep [de ~] zelfstandig naamwoord
- stoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hengst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- peut [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- oplawaai [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- opduvel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lel [de ~] zelfstandig naamwoord
de klap
de praatje; stof tot gepraat; de klap; het gepraat
- praatje [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- stof tot gepraat [znw.] zelfstandig naamwoord
- klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gepraat [het ~] zelfstandig naamwoord
de klap

– keer dat iemand geslagen wordt ¹
het slag; de klap
– keer dat iemand geslagen wordt ¹
- slag [het ~] zelfstandig naamwoord
  - hij kreeg een slag in zijn gezicht¹
- klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - hij gaf een klap in mijn gezicht¹
de klap

– geluid van iets hards dat valt of botst ¹
de klap
– geluid van iets hards dat valt of botst ¹
- klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - met een harde klap reed de auto tegen de muur¹
de klap

– groot verdriet ¹
het slag; de klap
– groot verdriet ¹
- slag [het ~] zelfstandig naamwoord
  - de dood van haar vader was een hele slag¹
- klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - dat de zaak failliet ging was een hele klap voor hem¹

Verwante woorden van "klap":

klappen, klapje

Alternatieve synoniemen voor "klap":

slag
dreun; mep; slag

Verwante definities voor "klap":

keer dat iemand geslagen wordt¹
- hij gaf een klap in mijn gezicht¹
geluid van iets hards dat valt of botst¹
- met een harde klap reed de auto tegen de muur¹
groot verdriet¹
- dat de zaak failliet ging was een hele klap voor hem¹

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Synoniemen voor "klapje" in het Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor klapje in het Nederlands

klapje:

klapje [het ~] zelfstandig naamwoord

het klapje

Verwante woorden van "klapje":

klap:

klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de klap

de klap

de klap

de klap

de klap

de klap

de klap

de klap

de klap

de klap

de klap

Verwante woorden van "klap":

Alternatieve synoniemen voor "klap":

Verwante definities voor "klap":