Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. kleren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kleren in het Nederlands

kleren:

kleren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kleren
    de kleren; het gewaad; de tenue
    • kleren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • gewaad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tenue [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de kleren
    de kleding; de kleren; de tenue; de plunje
    • kleding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kleren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • tenue [de ~] zelfstandig naamwoord
    • plunje [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. de kleren
    de kleren; het goed
    • kleren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • goed [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. de kleren
    – jassen, broeken, truien, jurken etc. 1
    de kleren
    – jassen, broeken, truien, jurken etc. 1
    • kleren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
      • als ik in de tuin werk, draag ik oude kleren1

Verwante definities voor "kleren":

  1. jassen, broeken, truien, jurken etc.1
    • als ik in de tuin werk, draag ik oude kleren1

Verwante synoniemen voor kleren