Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kluisters in het Nederlands

kluisters:

kluisters [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kluisters
    de knevels; de ketenen; de kluisters
    • knevels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • ketenen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • kluisters [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "kluisters":


kluisters vorm van kluister:

kluister [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kluister
    de keten; aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; de ketting; de boei; de kluister

Verwante woorden van "kluister":