Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor koenheid in het Nederlands

koenheid:

koenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de koenheid
    de stoutmoedigheid; de driestheid; de onverschrokkenheid; de koenheid; de kloekheid; de vermetelheid
  2. de koenheid
    de moed; onversaagdheid; de dapperheid; de koenheid

Verwante woorden van "koenheid":


koen:

koen bijvoeglijk naamwoord

  1. koen
    stoutmoedig; koen; onbeducht; onverschrokken; onbevreesd; vermetel; manmoedig; onvervaard; kranig

Verwante woorden van "koen":