Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kritiek in het Nederlands

kritiek:

kritiek bijvoeglijk naamwoord

  1. kritiek
    lastig; kritiek; precair; delicaat; netelig; hachelijk; penibel
  2. kritiek
    zorgwekkend; kritiek; benard; hachelijk; penibel; benauwd; ernstig; zorgelijk
  3. kritiek
    – als het erg spannend is of het goed of slecht afloopt 1
    kritiek
    – als het erg spannend is of het goed of slecht afloopt 1
    • kritiek bijvoeglijk naamwoord
      • de toestand van de zieke is kritiek1

kritiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de kritiek
    de commentaar; de kritiek; de opmerking; de aanmerking
  2. de kritiek
    de recensie; de bespreking; de kritiek
    • recensie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bespreking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kritiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. de kritiek
    – het noemen van fouten 1
    de kritiek
    – het noemen van fouten 1
    • kritiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • jij hebt altijd alleen kritiek op mij1
  4. de kritiek
    – beoordeling van een deskundige 1
    de kritiek
    – beoordeling van een deskundige 1
    • kritiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • het boek kreeg een goede kritiek1

Verwante woorden van "kritiek":

  • kritieken, kritieker, kritiekere, kritieke

Alternatieve synoniemen voor "kritiek":


Verwante definities voor "kritiek":

  1. als het erg spannend is of het goed of slecht afloopt1
    • de toestand van de zieke is kritiek1
  2. het noemen van fouten1
    • jij hebt altijd alleen kritiek op mij1
  3. beoordeling van een deskundige1
    • het boek kreeg een goede kritiek1