Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kundigheid in het Nederlands

kundigheid:

kundigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de kundigheid
    de kundigheid; de kunde
    • kundigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. de kundigheid
    de capaciteit; de bekwaamheid; het talent; de aanleg; de gave; de kundigheid; de knobbel; de begaafdheid; de scherpzinnigheid; het vernuft

Verwante woorden van "kundigheid":


kundig:

kundig bijvoeglijk naamwoord

  1. kundig
    ingenieus; knap; vindingrijk; briljant; kundig; vaardig; kunstig
  2. kundig
    kundig
    • kundig bijvoeglijk naamwoord
  3. kundig
    handig; vaardig; bekwaam; behendig; kundig

Verwante woorden van "kundig":

  • kundigheid, kundiger, kundigere, kundigst, kundigste, kundige

Verwante synoniemen voor kundigheid