Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kwesties in het Nederlands

kwesties:

kwesties [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kwesties
    de kwesties; de problematiek; de problemen

Verwante woorden van "kwesties":


kwesties vorm van kwestie:

kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de kwestie
    het issue; de kwestie; de punt
    • issue [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • punt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de kwestie
    het geval; de kwestie; de zaak; de aangelegenheid; de affaire
    • geval [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zaak [de ~] zelfstandig naamwoord
    • aangelegenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • affaire [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. de kwestie
    het geval; de kwestie; de zaak
    • geval [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zaak [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. de kwestie
    de kwestie; het vraagstuk; het probleem
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vraagstuk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • probleem [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. de kwestie
    het vraagstuk; de opgave; de opgaaf; de kwestie; de zwaarte; het probleem
    • vraagstuk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • opgave [de ~] zelfstandig naamwoord
    • opgaaf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zwaarte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • probleem [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. de kwestie
    de casus; het geval; de kwestie
    • casus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.
    • geval [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  7. de kwestie
    de ruzie; het geschil; de kwestie; de twist
    • ruzie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geschil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • twist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. de kwestie
    – waar niet meteen een antwoord of een oplossing is 1
    het probleem; de kwestie; de moeilijkheid
    – waar niet meteen een antwoord of een oplossing is 1
    • probleem [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het probleem is: we hebben geen koffie in huis1
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • de kwestie is: wie wordt de nieuwe directeur1
    • moeilijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • de moeilijkheid is dat hij zo eigenwijs is1
  9. de kwestie
    – waar het over gaat 1
    de zaak; de kwestie
    – waar het over gaat 1
    • zaak [de ~] zelfstandig naamwoord
      • dit is een zaak voor de politie1
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • ik heb de kwestie met hem besproken1

Verwante woorden van "kwestie":


Alternatieve synoniemen voor "kwestie":


Verwante definities voor "kwestie":

  1. waar het over gaat1
    • ik heb de kwestie met hem besproken1
  2. waar niet meteen een antwoord of een oplossing is1
    • de kwestie is: wie wordt de nieuwe directeur1