Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. label:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor label in het Nederlands

label:

label [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de label
    de label; het etiket; de sticker; de plakker; het plakkertje
    • label [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • etiket [het ~] zelfstandig naamwoord
    • sticker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • plakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • plakkertje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de label
    het handelsmerk; het merk; de label
    • handelsmerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • merk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • label [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

label

  1. label

Verwante woorden van "label":

  • labellen, labelen, labels, labeltje, labeltjes