Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor leegheid in het Nederlands

leegheid:

leegheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de leegheid
    de leegheid; de voosheid; de holheid
    • leegheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • holheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "leegheid":


leeg:

leeg bijvoeglijk naamwoord

  1. leeg
    ledig; leeg; onbezet
    • ledig bijvoeglijk naamwoord
    • leeg bijvoeglijk naamwoord
    • onbezet bijvoeglijk naamwoord
  2. leeg
    leeg; inhoudsloos
  3. leeg
    leeg; ijdel; ongevuld; loos
    • leeg bijvoeglijk naamwoord
    • ijdel bijvoeglijk naamwoord
    • ongevuld bijvoeglijk naamwoord
    • loos bijvoeglijk naamwoord
  4. leeg
    leeg; zonder inhoud
  5. leeg
    leeg; wezenloos; uitdrukkingsloos
  6. leeg
    nietszeggend; hol; inhoudsloos; leeg
  7. leeg
    leeg; wazig; nietszeggend; glazig; wezenloos; uitdrukkingsloos
  8. leeg
    – waar niets in zit 1
    leeg
    – waar niets in zit 1
    • leeg bijvoeglijk naamwoord
      • mijn glas is leeg1
  9. leeg
    – niet ingevuld 1
    open; leeg
    – niet ingevuld 1
    • open bijvoeglijk naamwoord
      • laat dat vakje maar open1
    • leeg bijvoeglijk naamwoord
      • dat vakje op het formulier is nog leeg1

Verwante woorden van "leeg":


Alternatieve synoniemen voor "leeg":


Antoniemen van "leeg":


Verwante definities voor "leeg":

  1. waar niets in zit1
    • mijn glas is leeg1
  2. niet ingevuld1
    • dat vakje op het formulier is nog leeg1