Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. letsel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor letsel in het Nederlands

letsel:

letsel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het letsel
    de blessure; het letsel
    • blessure [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • letsel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het letsel
    de kwetsuur; het letsel
    • kwetsuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • letsel [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. het letsel
    de kneuzing; kneuswond; het letsel; de bult; de buil
    • kneuzing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kneuswond [znw.] zelfstandig naamwoord
    • letsel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bult [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • buil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "letsel":

  • letsels