Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. leuning:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor leuning in het Nederlands

leuning:

leuning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de leuning
    de leuning; railing; de balustrade
    • leuning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • railing [znw.] zelfstandig naamwoord
    • balustrade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. de leuning
    de leuning; handsteun
    • leuning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • handsteun [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. de leuning
    de rug; de rugzijde; de rugleuning; de leuning
    • rug [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rugzijde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • rugleuning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • leuning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "leuning":

  • leuningen