Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor lichaam in het Nederlands

lichaam:

lichaam [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het lichaam
    de anatomie; het lichaam; het lijf
    • anatomie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lichaam [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lijf [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het lichaam
    de organisatie; de instelling; de instantie; het lichaam
  3. het lichaam
    het lichaam; menselijk lichaam
  4. het lichaam
    – geheel van botten, organen, spieren waaruit een mens bestaat 1
    het lichaam; het lijf
    – geheel van botten, organen, spieren waaruit een mens bestaat 1
    • lichaam [het ~] zelfstandig naamwoord
      • haar hele lichaam deed pijn1
    • lijf [het ~] zelfstandig naamwoord
      • je moet je lijf elke dag goed wassen1
  5. het lichaam
    – middelste deel van een mens 1
    het lichaam
    – middelste deel van een mens 1
    • lichaam [het ~] zelfstandig naamwoord
      • je armen en benen zitten vast aan je lichaam1

Verwante woorden van "lichaam":

  • lichamen, lichaampje

Alternatieve synoniemen voor "lichaam":


Antoniemen van "lichaam":


Verwante definities voor "lichaam":

  1. geheel van botten, organen, spieren waaruit een mens bestaat1
    • haar hele lichaam deed pijn1
  2. middelste deel van een mens1
    • je armen en benen zitten vast aan je lichaam1

Verwante synoniemen voor lichaam