Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. lijfspreuk:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor lijfspreuk in het Nederlands

lijfspreuk:

lijfspreuk [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de lijfspreuk
    het motto; de devies; de lijfspreuk
    • motto [het ~] zelfstandig naamwoord
    • devies [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lijfspreuk [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "lijfspreuk":