Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor meeslepend in het Nederlands
meeslepend:
-
meeslepend
spannend; adembenemend; boeiend; sensationeel; opwindend; pakkend; meeslepend; zinderend-
spannend bijvoeglijk naamwoord
-
adembenemend bijvoeglijk naamwoord
-
boeiend bijvoeglijk naamwoord
-
sensationeel bijvoeglijk naamwoord
-
opwindend bijvoeglijk naamwoord
-
pakkend bijvoeglijk naamwoord
-
meeslepend bijvoeglijk naamwoord
-
zinderend bijvoeglijk naamwoord
-
-
meeslepend
Verwante woorden van "meeslepend":
meeslepend vorm van meeslepen:
-
meeslepen
Conjugations for meeslepen:
o.t.t.
- sleep mee
- sleept mee
- sleept mee
- slepen mee
- slepen mee
- slepen mee
o.v.t.
- sleepte mee
- sleepte mee
- sleepte mee
- sleepten mee
- sleepten mee
- sleepten mee
v.t.t.
- heb meegesleept
- hebt meegesleept
- heeft meegesleept
- hebben meegesleept
- hebben meegesleept
- hebben meegesleept
v.v.t.
- had meegesleept
- had meegesleept
- had meegesleept
- hadden meegesleept
- hadden meegesleept
- hadden meegesleept
o.t.t.t.
- zal meeslepen
- zult meeslepen
- zal meeslepen
- zullen meeslepen
- zullen meeslepen
- zullen meeslepen
o.v.t.t.
- zou meeslepen
- zou meeslepen
- zou meeslepen
- zouden meeslepen
- zouden meeslepen
- zouden meeslepen
en verder
- ben meegesleept
- bent meegesleept
- is meegesleept
- zijn meegesleept
- zijn meegesleept
- zijn meegesleept
diversen
- sleep mee!
- sleept mee!
- meegesleept
- meeslepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze