Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. modder:
  2. modderen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor modder in het Nederlands

modder:

modder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de modder
    de modder; het slib; de prut; de bagger; de slik; het slijk
    • modder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slib [het ~] zelfstandig naamwoord
    • prut [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bagger [de ~] zelfstandig naamwoord
    • slik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slijk [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "modder":


modder vorm van modderen:

modderen werkwoord (modder, moddert, modderde, modderden, gemodderd)

  1. modderen
    modderen
    • modderen werkwoord (modder, moddert, modderde, modderden, gemodderd)

Conjugations for modderen:

o.t.t.
  1. modder
  2. moddert
  3. moddert
  4. modderen
  5. modderen
  6. modderen
o.v.t.
  1. modderde
  2. modderde
  3. modderde
  4. modderden
  5. modderden
  6. modderden
v.t.t.
  1. heb gemodderd
  2. hebt gemodderd
  3. heeft gemodderd
  4. hebben gemodderd
  5. hebben gemodderd
  6. hebben gemodderd
v.v.t.
  1. had gemodderd
  2. had gemodderd
  3. had gemodderd
  4. hadden gemodderd
  5. hadden gemodderd
  6. hadden gemodderd
o.t.t.t.
  1. zal modderen
  2. zult modderen
  3. zal modderen
  4. zullen modderen
  5. zullen modderen
  6. zullen modderen
o.v.t.t.
  1. zou modderen
  2. zou modderen
  3. zou modderen
  4. zouden modderen
  5. zouden modderen
  6. zouden modderen
diversen
  1. modder!
  2. moddert!
  3. gemodderd
  4. modderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "modderen":