Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. nadruk:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor nadruk in het Nederlands

nadruk:

nadruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de nadruk
    de nadruk; het accent; de hoofdtoon; de klemtoon
    • nadruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • accent [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoofdtoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klemtoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de nadruk
    – zwaardere toon waarmee je een lettergreep uitspreekt 1
    de nadruk; het accent; de klemtoon
    – zwaardere toon waarmee je een lettergreep uitspreekt 1
    • nadruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • bij het woord 'tafel' ligt de nadruk op de eerste lettergreep1
    • accent [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het accent in 'aanraden' ligt op de eerste lettergreep1
    • klemtoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • bij 'café' ligt de klemtoon op de tweede lettergreep1
  3. de nadruk
    – kracht waarmee je iets zegt 1
    de nadruk
    – kracht waarmee je iets zegt 1
    • nadruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • met nadruk zei hij dat hij onschuldig was1

Verwante woorden van "nadruk":

  • nadrukken

Alternatieve synoniemen voor "nadruk":


Verwante definities voor "nadruk":

  1. zwaardere toon waarmee je een lettergreep uitspreekt1
    • bij het woord 'tafel' ligt de nadruk op de eerste lettergreep1
  2. kracht waarmee je iets zegt1
    • met nadruk zei hij dat hij onschuldig was1

Verwante synoniemen voor nadruk