Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. nul:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor nul in het Nederlands

nul:

nul bijvoeglijk naamwoord

  1. nul
    nihil; nul
    • nihil bijwoord
    • nul bijvoeglijk naamwoord

nul [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de nul
    – het cijfer 0 1
    de nul
    – het cijfer 0 1
    • nul [de ~] zelfstandig naamwoord
      • ik had nul fouten1
  2. de nul
    – wie niets presteert 1
    de nul
    – wie niets presteert 1
    • nul [de ~] zelfstandig naamwoord
      • die vriend van hem is een echte nul1

nul

  1. nul

Verwante definities voor "nul":

  1. het cijfer 01
    • ik had nul fouten1
  2. wie niets presteert1
    • die vriend van hem is een echte nul1

Verwante synoniemen voor nul