Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. ongelijk:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ongelijk in het Nederlands

ongelijk:

ongelijk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het ongelijk
    het ongelijk; het onrecht
    • ongelijk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • onrecht [het ~] zelfstandig naamwoord

ongelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. ongelijk
    – niet hetzelfde 1
    anders; verschillend; ongelijk
    – niet hetzelfde 1
    • anders bijvoeglijk naamwoord
      • is deze trui anders dan de trui van je broer?1
    • verschillend bijvoeglijk naamwoord
      • wij denken daar verschillend over1
    • ongelijk bijvoeglijk naamwoord
      • hij droeg twee ongelijke schoenen1
  2. ongelijk
    – niet even lang 1
    ongelijk
    – niet even lang 1
    • ongelijk bijvoeglijk naamwoord
      • deze twee planken zijn ongelijk1

Alternatieve synoniemen voor "ongelijk":


Antoniemen van "ongelijk":


Verwante definities voor "ongelijk":

  1. niet hetzelfde1
    • hij droeg twee ongelijke schoenen1
  2. niet even lang1
    • deze twee planken zijn ongelijk1