Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor onthoofden in het Nederlands

onthoofden:

onthoofden werkwoord (onthoofd, onthoofdt, onthoofdde, onthoofdden, onthoofd)

  1. onthoofden
    onthoofden; kopje kleiner maken; hoofd afhakken; van de kop ontdoen
    • onthoofden werkwoord (onthoofd, onthoofdt, onthoofdde, onthoofdden, onthoofd)
    • kopje kleiner maken werkwoord (maak 'n kopje kleiner, maakt 'n kopje kleiner, maakte 'n kopje kleiner, maakten 'n kopje kleiner, 'n kopje kleiner gemaakt)
    • hoofd afhakken werkwoord (hak hoofd af, hakt hoofd af, hakte hoofd af, hakten hoofd af, hoofd afgehakt)
    • van de kop ontdoen werkwoord (ontdoe van de kop, ontdoet van de kop, ontdeed van de kop, ontdeden van de kop, van de kop ontdaan)

Conjugations for onthoofden:

o.t.t.
  1. onthoofd
  2. onthoofdt
  3. onthoofdt
  4. onthoofden
  5. onthoofden
  6. onthoofden
o.v.t.
  1. onthoofdde
  2. onthoofdde
  3. onthoofdde
  4. onthoofdden
  5. onthoofdden
  6. onthoofdden
v.t.t.
  1. heb onthoofd
  2. hebt onthoofd
  3. heeft onthoofd
  4. hebben onthoofd
  5. hebben onthoofd
  6. hebben onthoofd
v.v.t.
  1. had onthoofd
  2. had onthoofd
  3. had onthoofd
  4. hadden onthoofd
  5. hadden onthoofd
  6. hadden onthoofd
o.t.t.t.
  1. zal onthoofden
  2. zult onthoofden
  3. zal onthoofden
  4. zullen onthoofden
  5. zullen onthoofden
  6. zullen onthoofden
o.v.t.t.
  1. zou onthoofden
  2. zou onthoofden
  3. zou onthoofden
  4. zouden onthoofden
  5. zouden onthoofden
  6. zouden onthoofden
en verder
  1. is onthoofd
  2. zijn onthoofd
diversen
  1. onthoofd!
  2. onthoofdt!
  3. onthoofd
  4. onthoofdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor onthoofden