Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. ontvoeren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ontvoeren in het Nederlands

ontvoeren:

ontvoeren werkwoord (ontvoer, ontvoert, ontvoerde, ontvoerden, ontvoerd)

  1. ontvoeren
    kidnappen; ontvoeren
    • kidnappen werkwoord (kidnap, kidnapt, kidnapte, kidnapten, gekidnapt)
    • ontvoeren werkwoord (ontvoer, ontvoert, ontvoerde, ontvoerden, ontvoerd)
  2. ontvoeren
    – onder dwang meenemen naar geheime plaats 1
    ontvoeren; kidnappen
    – onder dwang meenemen naar geheime plaats 1
    • ontvoeren werkwoord (ontvoer, ontvoert, ontvoerde, ontvoerden, ontvoerd)
      • ze ontvoerden de rijke man naar een loods1
    • kidnappen werkwoord (kidnap, kidnapt, kidnapte, kidnapten, gekidnapt)
      • het kind werd gekidnapt en later weer vrijgelaten1

Conjugations for ontvoeren:

o.t.t.
  1. ontvoer
  2. ontvoert
  3. ontvoert
  4. ontvoeren
  5. ontvoeren
  6. ontvoeren
o.v.t.
  1. ontvoerde
  2. ontvoerde
  3. ontvoerde
  4. ontvoerden
  5. ontvoerden
  6. ontvoerden
v.t.t.
  1. heb ontvoerd
  2. hebt ontvoerd
  3. heeft ontvoerd
  4. hebben ontvoerd
  5. hebben ontvoerd
  6. hebben ontvoerd
v.v.t.
  1. had ontvoerd
  2. had ontvoerd
  3. had ontvoerd
  4. hadden ontvoerd
  5. hadden ontvoerd
  6. hadden ontvoerd
o.t.t.t.
  1. zal ontvoeren
  2. zult ontvoeren
  3. zal ontvoeren
  4. zullen ontvoeren
  5. zullen ontvoeren
  6. zullen ontvoeren
o.v.t.t.
  1. zou ontvoeren
  2. zou ontvoeren
  3. zou ontvoeren
  4. zouden ontvoeren
  5. zouden ontvoeren
  6. zouden ontvoeren
en verder
  1. ben ontvoerd
  2. bent ontvoerd
  3. is ontvoerd
  4. zijn ontvoerd
  5. zijn ontvoerd
  6. zijn ontvoerd
diversen
  1. ontvoer!
  2. ontvoert!
  3. ontvoerd
  4. ontvoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternatieve synoniemen voor "ontvoeren":


Verwante definities voor "ontvoeren":

  1. onder dwang meenemen naar geheime plaats1
    • ze ontvoerden de rijke man naar een loods1