Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor onverholen in het Nederlands

onverholen:

onverholen bijvoeglijk naamwoord

  1. onverholen
    rechttoe rechtaan; openlijk; cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen
  2. onverholen
    openhartig; onomwonden; onverbloemd; ronduit; onbewimpeld; onverholen; ruiterlijk
  3. onverholen
    oprecht; open; onomwonden; onbewimpeld; ronduit; onverholen; vrij; openhartig; vrijelijk; vrijuit
  4. onverholen
    rondborstig; met open vizier; onverholen