Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor onverwachts in het Nederlands

onverwachts:

onverwachts bijvoeglijk naamwoord

  1. onverwachts
    onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onverhoeds
  2. onverwachts
    plotseling; opeens; ineens; onverwacht; abrupt; plotsklaps; plots; onverhoeds; onverwachts; eensklaps

Verwante woorden van "onverwachts":

  • onverwachtse

Verwante synoniemen voor onverwachts