Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. optooien:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor optooien in het Nederlands

optooien:

optooien werkwoord (tooi op, tooit op, tooide op, tooiden op, opgetooid)

  1. optooien
    zich uitmonsteren; optooien; zich uitdossen

Conjugations for optooien:

o.t.t.
  1. tooi op
  2. tooit op
  3. tooit op
  4. tooien op
  5. tooien op
  6. tooien op
o.v.t.
  1. tooide op
  2. tooide op
  3. tooide op
  4. tooiden op
  5. tooiden op
  6. tooiden op
v.t.t.
  1. ben opgetooid
  2. bent opgetooid
  3. is opgetooid
  4. zijn opgetooid
  5. zijn opgetooid
  6. zijn opgetooid
v.v.t.
  1. was opgetooid
  2. was opgetooid
  3. was opgetooid
  4. waren opgetooid
  5. waren opgetooid
  6. waren opgetooid
o.t.t.t.
  1. zal optooien
  2. zult optooien
  3. zal optooien
  4. zullen optooien
  5. zullen optooien
  6. zullen optooien
o.v.t.t.
  1. zou optooien
  2. zou optooien
  3. zou optooien
  4. zouden optooien
  5. zouden optooien
  6. zouden optooien
en verder
  1. heb opgetooid
  2. hebt opgetooid
  3. heeft opgetooid
  4. hebben opgetooid
  5. hebben opgetooid
  6. hebben opgetooid
diversen
  1. tooi op!
  2. tooit op!
  3. opgetooid
  4. optooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze