Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor order in het Nederlands

order:

order [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de order
    de opdracht; de order; de taak; het consigne; het dwangbevel; het bevelschrift
  2. de order
    de order; de commando; het bevel
    • order [de ~] zelfstandig naamwoord
    • commando [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bevel [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. de order
    – opdracht om iets te leveren 1
    de order
    – opdracht om iets te leveren 1
    • order [de ~] zelfstandig naamwoord
      • wij hebben een order bij dat bedrijf geplaatst1
  4. de order
    – wat je moet doen van iemand 1
    de opdracht; de order; het bevel
    – wat je moet doen van iemand 1
    • opdracht [de ~] zelfstandig naamwoord
      • Nico, jouw opdracht is dit produkt te verkopen1
    • order [de ~] zelfstandig naamwoord
      • de soldaten kregen een order om te vertrekken1
    • bevel [het ~] zelfstandig naamwoord
      • hij geeft een bevel en ik moet doen wat hij zegt1

order

  1. order

Verwante woorden van "order":

  • orders, ordertje, ordertjes

Alternatieve synoniemen voor "order":


Verwante definities voor "order":

  1. opdracht om iets te leveren1
    • wij hebben een order bij dat bedrijf geplaatst1
  2. wat je moet doen van iemand1
    • de soldaten kregen een order om te vertrekken1

Verwante synoniemen voor order