Nederlandse synoniemen van overeenkomst, ander woord voor overeenkomst

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

overeenkomst:
- overeenkomst; contract; gelijkenis; gemeenschappelijkheid; akkoord; afspraak; regeling; schikking

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor overeenkomst in het Nederlands

de overeenkomst
de overeenkomst; het contract
- overeenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- contract [het ~] zelfstandig naamwoord
de overeenkomst
de overeenkomst; de gelijkenis
- overeenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gelijkenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
de overeenkomst
de gemeenschappelijkheid; de overeenkomst
- gemeenschappelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- overeenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
de overeenkomst
het akkoord; de afspraak; de overeenkomst; de regeling; de schikking
- akkoord [het ~] zelfstandig naamwoord
- afspraak [de ~] zelfstandig naamwoord
- overeenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- regeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- schikking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
de overeenkomst

– wat je (elkaar) belooft ¹
de afspraak; de overeenkomst
– wat je (elkaar) belooft ¹
- afspraak [de ~] zelfstandig naamwoord
  - mijn afspraak met de tandarts is om twee uur¹
- overeenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  - de overeenkomst luidt dat er niet meer gepest wordt op deze school¹
de overeenkomst

– het op elkaar lijken ¹
de overeenkomst
– het op elkaar lijken ¹
- overeenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  - er is veel overeenkomst tussen die broers¹

wat je (elkaar) belooft¹
- de overeenkomst luidt dat er niet meer gepest wordt op deze school¹
het op elkaar lijken¹
- er is veel overeenkomst tussen die broers¹