Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. overstag gaan:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor overstag gaan in het Nederlands

overstag gaan:

overstag gaan werkwoord (ga overstag, gaat overstag, ging overstag, gingen overstag, overstag gegaan)

  1. overstag gaan
    overstag gaan
    • overstag gaan werkwoord (ga overstag, gaat overstag, ging overstag, gingen overstag, overstag gegaan)

Conjugations for overstag gaan:

o.t.t.
  1. ga overstag
  2. gaat overstag
  3. gaat overstag
  4. gaan overstag
  5. gaan overstag
  6. gaan overstag
o.v.t.
  1. ging overstag
  2. ging overstag
  3. ging overstag
  4. gingen overstag
  5. gingen overstag
  6. gingen overstag
v.t.t.
  1. ben overstag gegaan
  2. bent overstag gegaan
  3. is overstag gegaan
  4. zijn overstag gegaan
  5. zijn overstag gegaan
  6. zijn overstag gegaan
v.v.t.
  1. was overstag gegaan
  2. was overstag gegaan
  3. was overstag gegaan
  4. waren overstag gegaan
  5. waren overstag gegaan
  6. waren overstag gegaan
o.t.t.t.
  1. zal overstag gaan
  2. zult overstag gaan
  3. zal overstag gaan
  4. zullen overstag gaan
  5. zullen overstag gaan
  6. zullen overstag gaan
o.v.t.t.
  1. zou overstag gaan
  2. zou overstag gaan
  3. zou overstag gaan
  4. zouden overstag gaan
  5. zouden overstag gaan
  6. zouden overstag gaan
diversen
  1. ga overstag!
  2. gaat overstag!
  3. overstag gegaan
  4. overstag gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor overstag gaan