Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. overuur:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor overuur in het Nederlands

overuur:

overuur [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het overuur
    het overwerk; het overuur
    • overwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • overuur [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het overuur
    het overuur
    • overuur [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "overuur":

  • overuren