Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. overweg:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor overweg in het Nederlands

overweg:

overweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de overweg
    de overweg
    • overweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de overweg
    – ermee om kunnen gaan 1
    de overweg
    – ermee om kunnen gaan 1
    • overweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • ik kan niet met hem overweg1

Verwante woorden van "overweg":


Verwante definities voor "overweg":

  1. ermee om kunnen gaan1
    • ik kan niet met hem overweg1

Verwante synoniemen voor overweg