Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. parasiteren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor parasiteren in het Nederlands

parasiteren:

parasiteren werkwoord (parasiteer, parasiteert, parasiteerde, parasiteerden, geparasiteerd)

  1. parasiteren
    klaplopen; parasiteren; op iemands zak teren
    • klaplopen werkwoord (klaploop, klaploopt, klapliep, klapliepen, geklaploopt)
    • parasiteren werkwoord (parasiteer, parasiteert, parasiteerde, parasiteerden, geparasiteerd)

Conjugations for parasiteren:

o.t.t.
  1. parasiteer
  2. parasiteert
  3. parasiteert
  4. parasiteren
  5. parasiteren
  6. parasiteren
o.v.t.
  1. parasiteerde
  2. parasiteerde
  3. parasiteerde
  4. parasiteerden
  5. parasiteerden
  6. parasiteerden
v.t.t.
  1. heb geparasiteerd
  2. hebt geparasiteerd
  3. heeft geparasiteerd
  4. hebben geparasiteerd
  5. hebben geparasiteerd
  6. hebben geparasiteerd
v.v.t.
  1. had geparasiteerd
  2. had geparasiteerd
  3. had geparasiteerd
  4. hadden geparasiteerd
  5. hadden geparasiteerd
  6. hadden geparasiteerd
o.t.t.t.
  1. zal parasiteren
  2. zult parasiteren
  3. zal parasiteren
  4. zullen parasiteren
  5. zullen parasiteren
  6. zullen parasiteren
o.v.t.t.
  1. zou parasiteren
  2. zou parasiteren
  3. zou parasiteren
  4. zouden parasiteren
  5. zouden parasiteren
  6. zouden parasiteren
diversen
  1. parasiteer!
  2. parasiteert!
  3. geparasiteerd
  4. parasiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze